Op de dag dat bondscoach Danny Blind zijn Waterloo vond, organiseerde Supporterscollectief Nederland zondag op de KNVB Campus in Zeist het eerste supporterscongres. Meer dan honderd aanwezigen besteedden de vrije zondagmiddag nuttig door te praten en te discussiëren over alles wat supporters in Nederland bezighoudt. Naast supporters van clubs uit eredivisie en eerste divisie was een afvaardiging van lokale overheid, politie, ministerie en openbaar ministerie aanwezig. Ook de KNVB was goed vertegenwoordigd met onder meer Michael van Praag, Gijs de Jong en Jan Bluyssen. Terugblik op een mijlpaal in de landelijke supportersvertegenwoordiging, die hopelijk een stimulans vormt om met alle partijen samen te werken om het voetbal leuker te maken.
Matthijs Keuning, AZ-supporter en een van de initiators van het Supporterscollectief, vertelde in zijn openingswoord over het doel en de reden van het oprichting van het collectief. Een startbestuur van zes personen met supporters van Ajax, AZ, SC Cambuur, Feyenoord, De Graafschap en Willem II is al ruim twee jaar bezig met het uitbouwen van het collectief, dat vorig jaar mei officieel werd gelanceerd. Het bestuur en ook de aangesloten 36 verenigingen van 29 clubs vormen een mooie afspiegeling tussen grote en kleinere clubs, eredivisie en eerste divisie. Keuning vertelde onder andere over een aantal zaken waar het collectief zich mee bezighoudt, zoals minder combi’s, een vaste kaartprijs van 10 euro voor uitvakken in de eredivisie en regulering in plaats van een verbod van vuurwerk. Hij benadrukte dat samenwerking tussen beleidsbepalers en supporters essentieel is.
Competitieopzet
Na presentaties van internationale supportersorganisaties Supporters Direct over de SLO’s (supporterscoördinatoren) bij clubs, CAFE football over toegankelijke stadions voor mindervalide fans en Football Supporters Europe, was het tijd om te discussiëren over de nieuwe competitieopzet. In een paneldiscussie met Jan Bluyssen van de KNVB, Jacco Swart van de Eredivisie CV en Pieter de Waard, directeur van Telstar werden de drie modellen die na talloze gesprekken met alle betrokkenen zijn overgebleven door onderzoeksbureau Hypercube besproken. Deze drie modellen zijn het huidige model, een eredivisie met 18 clubs, waarvan de eerste 6 in een halve competitie (5 wedstrijden) bepalen wie er kampioen wordt en een eredivisie van 16 clubs, waarvan de eerste 6 in een hele competitie bepalen wie er kampioen wordt. In de laatste twee modellen degraderen bovendien 2 clubs rechtstreeks. Hoewel duidelijk is dat er zaken moeten veranderen om niet verder achterop te raken in Europa, bleek onder supporters de weerstand tegen veranderingen groot. Meer dan de helft wil graag alles bij het oude laten en meer dan 70 procent wil een eredivisie met 18 clubs behouden. Hypercube vond deze percentages meevallen. In andere landen waar veranderingen zijn doorgevoerd, zoals Denemarken en België, zou de weerstand tegen veranderingen nog groter zijn geweest.
Hypercube heeft berekend dat een eredivisie met 16 teams op den duur financieel en sportief het meeste oplevert. Een kleinere eredivisie vraagt echter wel een behoorlijk offer van de circa 10 teams die om de zoveel jaar op en neer pendelen tussen eredivisie en eerste divisie. Het is de vraag of de grotere clubs deze clubs op enige manier tegemoet willen komen. Hierover zal de komende tijd meer duidelijk worden. Vanuit de zaal kwam de opmerking dat de positie van reserveteams in de Jupiler League onderbelicht lijkt te worden. De positie van deze teams is veel clubs en supporters een doorn in het oog. Jan Bluyssen benadrukte echter dat de positie van deze teams tegen het licht wordt gehouden, vooral wat betreft een vaste selectie.
Toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal
In de tweede paneldiscussie kwam “Toegankelijk, gastvrij & veilig voetbal 2020” aan bod. In het panel met Gijs de Jong van de KNVB, Frank Paauw van de politie, Paul Depla, burgemeester van Breda en Haiko Vink van het Supporterscollectief was iedereen het er wel over eens dat een combiregeling voor 85 procent van de eredivisiewedstrijden veel te veel is. Om dit te veranderen zullen alle betrokkenen met elkaar moeten samenwerken en is vooral vertrouwen het toverwoord. Zowel Depla als Paauw zeiden dat het van belang is om de kleine groep daders te isoleren van de overgrote groep goedwillenden. In Breda is pas geleden nog het goede voorbeeld gegeven door een wedstrijd van NAC zonder politie-inzet te laten spelen. Paauw merkte op dat dit een situatie is die ook volgens de politie veel vaker mag plaatsvinden. Vanwege rivaliteit of grote belangen is dit uiteraard niet altijd mogelijk, maar de politie besteedt haar capaciteit liever aan andere zaken dan voetbalwedstrijden. Vink merkte echter terecht op dat er nog wel een lange weg te gaan is, gezien de mager onderbouwde combi’s waar veel clubs momenteel nog mee te maken hebben. Na een kort intermezzo over diversiteit had KNVB-voorzitter Michael van Praag tot slot nog een paar mooie woorden over voor de aanwezige supporters. “Jullie vormen de club!”
Samenwerken
Al met al was het een congres waar we met een goed gevoel op terugkijken. Samenwerking is noodzakelijk. Rivaliteit tussen clubs is mooi en hoort bij het voetbal. De problemen waar supporters in Breda tegenaan lopen, bestaan echter ook in Groningen. En in Tilburg. En in Enschede. Veel supportersgroeperingen hebben op lokaal gebied al veelvuldig overleg met clubs, gemeente en politie. Wil je echter echt verbeteringen realiseren, dan zal je samen met andere supportersgroeperingen moeten optrekken. Supportersollectief Nederland hoopt hierin een voortrekkersrol te kunnen vervullen. Hopelijk blijft het niet bij de mooie woorden die gisteren zijn gesproken, maar zullen in de toekomst echt stappen kunnen worden gemaakt. Bij de borrel na afloop werden de eerste plannen hiervoor al gesmeed.
Wij danken alle aanwezigen voor hun constructieve bijdragen en we danken de KNVB voor hun aanwezigheid en het mogelijk maken van deze bijeenkomst.
Bron: http://supporterscollectiefnederland.nl/terugblik-eerste-supporterscongres/